Spring naar content

Herenhuizen neo-Renaissance

De vier herenhuizen zijn een ontwerp van de Bredase architect J.M. Marijnen. Ze zijn gebouwd op de plaats van de geslechte wallen van Breda. De panden hebben grote architectuurhistorische waarde; ze zijn van bijzonder belang voor het oeuvre van Marijnen, die in de negentiende-eeuwse uitleg van de stad een aantal markante panden heeft gebouwd. Je ziet een rijke, schilderachtige compositie en ornamentiek, typerend voor de late negentiende eeuw.

In 1868 besloot de Nederlandse regering een groot aantal vestingen op te heffen, waaronder Breda. De vestingen werden gesloopt onder leiding van de Arnhemse architect F.W. van Gendt. die de plattegrond voor de nieuwe stadsaanleg maakte, het zogenaamde Plan van Uitleg. In 1870 stelde hij voor de nieuwe weg naar Ginneken in het verlengde te leggen van de oude Ginnekenstraat. Daarvoor zou het molenhuis van de Vier Winden moeten wijken. De molenaar vroeg echter te veel geld en het huis bleef staan. De Nieuwe Ginnekenstraat werd enkele tientallen meters naar het westen verplaatst, waar het getransformeerde pand op de kop staat.

BB Architecten heeft appartementen en commerciële ruimte in de plint ontworpen. De monumentale gevel is hersteld, waaronder het dichtgemetselde raam. Er wordt ook een lichtplan gemaakt om het pand ‘s nachts fraai uit te lichten. Dat verdient de oude grandeur van het pand met nieuwe functies.

Het Plan van Uitleg van Van Gendt